rtpraktijkbom

Ontdek hoe je de overgang van de basisschool naar de brugklas makkelijker kunt laten verlopen met deze handige tips.

Ontdek hoe je de overgang van de basisschool naar de brugklas makkelijker kunt laten verlopen met deze handige tips.

  1. Bezoek de toekomstige school en beoordeel of deze geschikt is voor je kind. Het is verstandiger om extra een half uur te fietsen naar een school die goed past bij je kind, dan er na een paar maanden achter te komen dat de nabije school, of de school waar de meeste vrienden naartoe gaan, helemaal niet aansluit bij de behoeften van je kind.
  2. Elke middelbare school streeft ernaar om kinderen van dezelfde basisschool bij elkaar in te delen. Als jouw kind problemen heeft met een klasgenoot, meld dit dan aan de nieuwe school, zodat ze hier rekening mee kunnen houden bij het samenstellen van de klassen.
  3. Verken samen de route naar de nieuwe school, per fiets of met het openbaar vervoer. Bereken hoe lang het duurt om er te komen, zowel met de fiets als met de bus, zodat je weet wanneer je moet vertrekken om op tijd te zijn. Zorg ervoor dat de fiets in goede staat is.
  4. Bespreek vooraf hoe het zal zijn om de nieuwe klas binnen te gaan. Hoe wil je je opstellen? Wil je bij de stoere types zitten, houd je je liever afzijdig en wacht je af wie er naar je toe komt, of wil je graag een vaste groep? Wie hier van tevoren over nadenkt, zal zich op het moment zelf veel zekerder voelen.
  5. Leer je kind om zijn of haar agenda bij te houden en laat alvast zien waar het rooster komt te staan. Laat je kind de datum van vandaag opzoeken en uitpuzzelen waar het huiswerk voor overmorgen genoteerd zou moeten worden. Het bijhouden van een agenda kan een belangrijke houvast bieden.
  6. Kaft samen de boeken en bekijk ze alvast. Leer je kind ’s avonds zijn of haar schooltas in te pakken, zodat er ’s ochtends voldoende tijd is voor het ontbijt (die energie is hard nodig) en er geen boeken worden vergeten.
  7. Om te voorkomen dat boeken worden vergeten en de tas vlot ingepakt kan worden, kan het helpen om voor elk vak een andere kleur kaftpapier te gebruiken.
  8. Maak je kind bewust van de beschikbare tijd voor huiswerk, zodat hij of zij een realistische planning kan maken. Op dagen dat er gesport moet worden, is er bijvoorbeeld minder tijd beschikbaar voor huiswerk.
  9. Bespreek de aanpak van huiswerk. Maakwerk bevat vaak toekomstige toetsdoelen. Deze beknopt uitwerken scheelt voorbereidingstijd voor de toets.
  10. Bespreek de aanpak van leerwerk: Opdelen in kleine eenheden en gebruik maken van het herhaald leren: Dag 1 eerste deel leren. Dag 2 eerste deel herhalen en tweede deel leren. Dag 3 eerste en tweede deel herhalen deel 3 leren etc.
  11. Toon belangstelling voor hoe de schooldag is verlopen, maar vermijd te veel controle. De vraag “Heb je het druk?” kan helpen om inzicht te krijgen in de proefwerken en struikelblokken. “Ga eens aan je huiswerk” of de vraag “Heb je geen huiswerk?” werkt meestal averechts.
  12. Als je vermoedt dat er iets mis is, trek dan op tijd aan de bel. Hoewel de band met de nieuwe school anders is dan die met de basisschool, hoeft de afstand niet groter te zijn. Leerkrachten en begeleiders waarderen jouw betrokkenheid. Het contact aan beide kanten is belangrijk.

Congres leesproblemen en dyslexie 21 maart 2022

Herken stagnaties bij lezen en geef goede ondersteuning aan je leerlingen met leesproblemen

Niet voor alle kinderen is het bieden van goed leesonderwijs genoeg. Zij hebben extra begeleiding in de klas of specifieke leesinterventies nodig. Op maandag 21 maart 2022 kun je op locatie (in Utrecht) of online deelnemen aan het congres leesproblemen en dyslexie.

Tijdens dit congres krijg je informatie over:

  • Het anlayseren en plannen maken voor zwakke lezers (spreker Marzenka Rolak)
  • Good Practice – de dyslexieklas (spreker Jessica Reints en Suus Hummel)
  • Specifieke leesinterventies (spreker Femke Scheltinga)
  • Dyslexie; diagnostiektraject- behandeltraject-(ICT) hulpmiddelen (spreker Sebastian Aravena)

En mag ik de deelnemers iets vertellen over het bieden van extra leesondersteuning in de klas. Hoe doe je dat? welke kenmerken heeft een effectieve aanpak van leesproblemen en welke praktische werkvormen voor extra leesbegeleiding kun je inzetten?

Geef je op via onderstaande link en ontvang na afloop een certificaat van deelname. https://www.medilexonderwijs.nl/aanbod/leesproblemen-en-dyslexie/

Kinderboekenweek 2019 een mooie reden om weer eens een bericht over leesmotivatie te plaatsen…

Een vaardige lezer (zowel technisch als begrijpend kunnen lezen) wordt je door vanuit intrinsieke motivatie veel te lezen, daarom zijn leesbevorderingsactiviteiten (op school en thuis) zo belangrijk. Bij leesbevorderingsactiviteiten draait het om motiveren en stimuleren om het lezen leuk te gaan vinden.
Maar hoe doe je dat dan? Er zijn drie zaken waaraan je moet voldoen om kinderen te motiveren: autonomie, verbondenheid (bijv. met leraar en medeleerlingen) en competentie/zelfvertrouwen. Kinderen beginnen eerder gemotiveerd aan een taak als ze zelf een keuze hebben. Autonomie betekent dus keuzevrijheid, mogen kiezen wat je graag wilt lezen. Het betekent ook dat je een boek niet leuk mag vinden. Door aan te sluiten bij de interesses van een kind of zijn interesse voor een onderwerp te wekken kun je het leesplezier (en dus de intrinsieke motivatie) vergroten. De sociale motivatie kun je aanwakkeren door de kinderen samen te laten werken. Als je met anderen praat over teksten krijg je al snel zin om zelf te gaan lezen. Bovendien zorgt praten over teksten voor een dieper tekstbegrip.
Het zelfvertrouwen van kinderen stimuleren, kan door ze goede teksten aan te bieden die niet te moeilijk en niet te makkelijk zijn, leesstrategieën aan te leren, maar vooral ook door positieve feedback te geven. Kinderen krijgen zo het gevoel een leestaak goed aan te kunnen. Wanneer kinderen daarnaast leren zichzelf doelen te stellen, kunnen ze een stap verder zetten in hun ontwikkeling. Leraren kunnen daarbij helpen door hun vorderingen  inzichtelijk te maken. ‘Laat het kind zien dat het groeit. Het gaat erom dat het kind een betere lezer wordt, niet dat het beter is dan de ander.’

boekenmetro
boekenmetro
Hierboven de link naar de poster “boekenmetro” een mooi voorbeeld van leesbevordering. Vanuit de eigen leesinteresse (lijn 1,2, 3, 4 of 5) volgt het kind de metrolijn op zoek naar een fijn boek om te lezen. 

Energizers

Een Energizer is een leuke kleine opdracht die zorgt voor afwisseling in de les, voor het losmaken van energie en voor het richten van de aandacht.  Energizers zijn niet alleen leuk om te doen en te gebruiken om aandacht en concentratie te oefenen, het is ook een fijne manier om de sfeer in de groep positief te beïnvloeden. Energizers zijn gemakkelijk online te vinden:  online Energizers

Hieronder alvast een leuke Energizer die geen voorbereiding kost en in elke groep gegarandeerd een succes is:
Levend Memory
Twee kinderen gaan naar de gang. De rest van de groep vormt koppels, kiest per tweetal dezelfde beweging en verspreidt zich vervolgens kriskras door het lokaal. Houd in de onderbouw de beweging eenvoudig (klappen, neus aanraken). Om de beurt wijzen de twee spelers twee kinderen aan die hun beweging tegelijk laten zien. Wie verzamelt de meeste duo’s?

De boekendoos

Tip om het leesplezier te bevorderen met een driedimensionaal boekverslag –De boekendoos

De kinderen verzamelen in de doos 5 voorwerpen die bij de verhaallijn passen. Het kiezen van voorwerpen verplicht hen om op een andere manier naar het gelezen boek te kijken. Aan elk voorwerp hangen ze een kaartje waarop de keuze voor dit voorwerp wordt uitgelegd, eventueel voorzien van een citaat uit het boek. Aan de binnen kant van het deksel plakken ze een samenvatting van het boek en op de bodem van de doos plakken ze hun eigen mening. Verder zijn ze helemaal vrij in de wijze waarop ze de boekendoos vormgeven. Hier kunnen ze dus hun eigen creativiteit in kwijt (expressie).

Vervolgens speeddaten. Speeddaten biedt een veilige situatie om vervolgens de boekendozen te presenteren. Bij deze werkvorm zitten de kinderen in twee rijen tegenover elkaar. Als de zoemer gaat, hebben beide kinderen hun boekendoos gepresenteerd en schuiven de kinderen van 1 rij een plaats door. Elk kind presenteert dus meerdere keren kort aan 1 klasgenoot. Hierdoor wordt de presentatie steeds beter, want na elke ronde geven de kinderen elkaar een top en een tip die ze kunnen gebruiken bij de volgende klasgenoot. Bovendien vinden veel kinderen het fijn om aan de hand van voorwerpen te kunnen praten.

Tot slot presenteren de kinderen hun boekendoos aan de hele school op een boekenmarkt, waar kinderen uit andere klassen langs lopen en vragen kunnen stellen over de getoonde boekendozen. Een variant hierop is een speurtocht, waarbij de kinderen uit de andere klassen op zoek gaan naar de titels van boeken bij plaatjes van voorwerpen uit de boekendozen. De mogelijkheden zijn eindeloos.

(bron praxis bulletin december)

 

De behandelmap Spellingchecker is sinds kort via Eduforce te bestellen!!

Direct naar de site van Eduforce: Spellingchecker materialen

De map bestaat uit ruim 400 pagina’s met lessen (sessies) voor alle spellingcategorieën van de basisschool. Voor elke spellingcategorie is er een behandelsessie met bijbehorende huiswerkbladen (inoefenbladen). Deze map is zeer geschikt voor het remediëren van spellingzwakke kinderen en dyslecten!

In de Behandelmap Spellingchecker zijn alle spellingafspraken die op de basisschool aan bod komen verwerkt in lessen (sessies). Voor elke spellingcategorie is er een behandelsessie met bijbehorende huiswerkbladen (inoefenbladen).

Er wordt steeds gewerkt vanuit het klanksysteem: wat hoor ik? De klanken worden visueel ondersteund met een symbool, zodat de spellingregels als een logische puzzel kunnen worden uitgelegd.

• De spellingcategorieën worden expliciet aangeboden en ingeoefend op woord- en zinsniveau.

• De spellingcategorieën zijn uitgewerkt op verschillende niveaus, zodat een transfer van de aangeleerde kennis kan plaatsvinden naar langere en/of moeilijker woorden.

• Benodigde materialen staan overzichtelijk boven de behandelsessie en het huiswerkblad vermeld.

• Bij de meeste spellingafspraken is een laag en een hoger niveau en kan gekozen worden voor intensief of minder intensief oefenen (respectievelijk 4 of 2 oefenmomenten). Zo kan goed worden aangesloten bij de ondersteuningsbehoefte van het kind.

De map bevat veel ondersteunende materialen die kinderen helpen bij de denkstappen die nodig zijn voor een correcte spelling, zoals registratiebladen, letter- , strategie- en categoriekaarten.

De behandelmap wordt gebruikt in combinatie met de Spellingchecker en/of de Spellingwaaier.

 

 

TOS (taalontwikkelingsstoornis)

Kinderen met TOS hebben hardnekkige problemen in de taalontwikkeling, zonder dat er sprake is van andere beperkingen. Er is nu een website: TOS in beeld
Deze website kent verschillende ingangen: het kind, de leraarcompetenties en de school. Vanuit ieder. perspectief voorziet de website in informatie, videobeelden, concrete materialen en suggesties voor (bij)scholing en verdere verdieping.  U kunt de link ook terugvinden op de pagina “links” van deze website en op de “dyslexiepagina” van rtpraktijkbom.yurls.net

21 Skills: programmeren

Opzoek naar lessen over programmeren? Neem dan een kijkje op
de pagina: “Leren leren/21 skills”, hier is de box “programmeren” te vinden met allerlei leerzame (gratis) links met lesmateriaal voor kinderen in de basisschoolleeftijd van 4 tot 12 jaar. Alles komt aan bod van het digitaal spelen tot aan het schrijven van codetaal.
http://rtpraktijkbom.yurls.net/nl/page/1029900#topboxes

Handschriftontwikkeling nog van deze tijd?

Steeds meer kinderen ervaren problemen met het leren schrijven. Dit komt omdat de fijne motoriek met de komst van de computer en de iPad minder kans krijgt om zich te ontwikkelen en doordat de hoeveelheid tijd die kinderen schrijvend doorbrengen is verkleind. We leven nu in een tijd dat schrijven eigenlijk geen noodzaak meer is. Toch is er een sterk argument om wel een goed geschreven handschrift aan te leren:
Bekend is dat het onthouden beter verloopt als er meer zintuigen tegelijk worden ingezet (Multi-sensorisch leren). Dat is bij schrijven volop aan de orde. Handgeschreven aantekeningen beklijven beter dan de getypte aantekeningen omdat de hersenen voor het schrijven van een woord veel meer inter-zintuigelijke koppelingen gebruiken. Kort gezegd houdt dit in, dat door opschrijven de lesstof beter wordt verwerkt en onthouden. Logisch is dat een goed gevormde en dus makkelijk leesbare tekst meer uitnodigt om teruggelezen te worden. Een kind (uiteraard ook volwassenen) zal dan zijn notities eerder gebruiken dan een tekst die moeilijk te ontcijferen is. Hiervoor is een goede fijne motoriek nodig. Spelen met kleine blokjes, kralen rijgen, de kralenplank en het scheuren van kleine papierstrookjes zijn voorbeelden van oefeningen die de ontwikkeling van de fijne motoriek (en juiste pengreep) stimuleren. Door de komst van de computer en de iPad wordt de motorische ontwikkeling tegenwoordig echter minder gestimuleerd. Kinderen brengen veel tijd achter een scherm door. Ze kunnen op jonge leeftijd al handig swipen, maar swipen doet weinig voor je motorische ontwikkeling. Swipen doe je vanuit je pols en niet vanuit je vingers. Voor een goed ontwikkeld handschrift heb je behalve een goede pengreep (zodat je zonder pijn in je pols of schouder en zonder schrijfkramp kunt schrijven) maar ook voldoende oefentijd nodig. Het schrijven in de werkboekjes is echter vaak tot een minimum teruggebracht en het werken op de computers toegenomen. Computers en iPads zijn niet meer weg te denken en hebben ons onderwijs verrijkt, maar laten we goed kijken naar alle nieuwe mogelijkheden en doordacht en adequaat met alle vernieuwingen omgaan: eerst goed leren schrijven om goed te kunnen leren, vervolgens 10-vingerig blind leren typen om vlot en goed het geleerde in werkstukken te kunnen verwerken.

 

 

Faalangst een steeds groter wordend probleem

Gewoon zijn, gemiddeld of zelfs een beetje achterblijven in de ontwikkeling lijkt niet meer acceptabel, schrijft Pascal Cuijpers in het onderwijsblad van 3 december 2016. Ongeveer 12% van de leerlingen in het VO kampt met een belemmerende vorm van faalangst en in het eindexamenjaar verdubbelen deze cijfers. Ook in de groepen 7 en 8 zie je hoe de druk almaar wordt opgevoerd. De focus van school en misschien nog wel meer van ouders ligt vooral op cijfers en hoge verwachtingen. Het gemiddelde is niet goed genoeg meer. Op het schoolplein wordt er over citoscores en schooladviezen tegen elkaar opgeboden. Sommige kinderen zie je letterlijk gebukt gaan onder de stress die zij ervaren. In plaats van het resultaat (bijvoorbeeld het uiteindelijke schooladvies) zou het proces ernaartoe centraal moeten staan. Mogen ontdekken waar je talenten liggen, je mogen ontwikkelen in je eigen tempo en gewaardeerd worden om wie je bent. … een grotere boost kun je je kind niet geven.